De – inmiddels aangepaste – forfaitaire berekeningsmethode voor het bepalen van de correctie voor het privégebruik van auto’s van de zaak door ondernemers is niet in lijn met het Europese systeem, aangezien het niet op proportionele wijze rekening houdt met de daadwerkelijke omvang van het privégebruik. De Hoge Raad kwam onlangs in navolging van het EU Hof van Justitie tot dit oordeel.
De procedure betrof een belastingadviseur van wie in 2006 twee personenauto’s tot zijn ondernemingsvermogen behoorden. De adviseur had de auto’s zowel voor ondernemingsdoeleinden als voor privédoeleinden gebruikt. In zijn aangifte over het tijdvak 1 oktober 2006 tot en met 31 december 2006 had hij in verband met dat privégebruik volgens de btw-regels een bedrag van € 538 aan omzetbelasting als verschuldigd vermeld.
De Hoge Raad oordeelt dat deze strijdigheid geen gevolg heeft voor de geldigheid van de wetsbepaling over de correctie voor privégebruik als zodanig, maar het heeft wel gevolgen voor de mogelijkheid deze wetsbepaling toe te passen in die gevallen waarin een belastingplichtige met recht aanvoert dat de berekeningsmethode er toe leidt dat meer btw wordt geheven dan volgens in de Zesde richtlijn toelaatbaar is. Andersom kan in geval er minder wordt geheven dan op grond van de richtlijn is voorgeschreven, de richtlijnbepaling niet ten nadele van de burger worden ingeroepen. De Hoge Raad heeft de procedure terugverwezen naar Rechtbank Breda voor de vaststelling van de in 2006 voor privégebruik gedane uitgaven van de belastingadviseur.Dit arrest is niet van invloed op de huidige btw-correctieregels, omdat vanaf 1 juli 2011 de btw-correctie voor het privégebruik van een auto van de zaak op basis van de gemaakte uitgaven voor het werkelijke privégebruik moet worden gemaakt, waarbij het ondernemers is toegestaan om een forfaitaire correctie te maken als zij het werkelijke privégebruik niet kunnen vaststellen.
De kans dat (gedeeltelijk) tegemoet zal worden gekomen aan tijdig ingediende bezwaren tegen de correcties over de periode vóór 1 juli 2011, lijkt door dit arrest te zijn toegenomen. Op grond van dit arrest lijkt het er op dat belastingplichtigen dan zelf moeten aantonen wat, op grond van de Europese regels, het juiste bedrag aan te corrigeren btw is.
Let op: de forfaitaire methode gold alléén verplicht voor ondernemers zelf. Werknemers pasten deze toe op grond van (goedkeurend) beleid.
Bron: Hoge Raad, 30-11-2012, nr. 08/01579bis.
Indien u zou willen weten wat dit in uw situatie betekent, neem dan contact op met Administratiekantoor ZZP.
Leave a Reply
You must be logged in to post a comment.