De Advocaat-Generaal vindt dat er recht op de mkb-winstvrijstelling bestaat als een ib-onderneming met terugwerkende kracht tot 1 januari van het jaar voor rekening en risico van een bv wordt gedreven.
In zijn conclusie adviseert de Advocaat-Generaal (AG) aan de Hoge Raad om de firmanten in het gelijk te stellen. Zij komen naar de letter van de wet niet in aanmerking voor de mkb-winstvrijstelling, omdat ze niet voldoen aan het ondernemerschapvereiste. Maar de Belastingdienst neemt ondanks het ontbreken van het ondernemerschap in 2007 het standpunt in dat een IB-ondernemer wel recht heeft op de stakingsaftrek in dat jaar. Waarom zou hetzelfde niet gelden voor de mkb-winstvrijstelling?
Een ib-ondernemer heeft dan ook volgens de AG recht op de mkb-winstvrijstelling, ook als de onderneming met terugwerkende kracht tot 1 januari van het jaar voor rekening en risico van de BV wordt gedreven. De AG adviseert het cassatieberoep van de firmanten gegrond te verklaren.
Stakingslijfrente
In deze casus brachten de firmanten hun ib-onderneming ruisend – dat wil zeggen: met afrekening over de stille reserves – in in een bv. De conclusie van de AG is echter eveneens van toepassing bij een ‘echte’ staking, waarbij definitief wordt gestopt met het ondernemerschap. Door toepassing van zowel de stakingsaftrek als de mkb-winstvrijstelling wordt op dat moment de belastbare winst verlaagd.
Deze verlaging van de belastbare winst heeft geen gevolgen voor de eventueel aan te kopen stakingslijfrente. Voor de aankoop van de stakingslijfrente maakt het dan ook niet uit of de Hoge Raad het advies van de AG volgt of niet. Dit komt omdat voor het berekenen van de maximale aftrek voor een stakingslijfrente uitgegaan mag worden van de stakingswinst vóór toepassing van de stakingsaftrek en de mkb-winstvrijstelling.
Voorbeeld berekening belaste stakingswinst
Uitgangspunten:
- X, ib-ondernemer, staakt in 2012 zijn onderneming. Hij is dan 65 jaar.
- De stakingswinst bedraagt € 450.000
- Op 1 januari 2012 is er een oudedagsreserve van € 25.000.
- X valt onder een beroepspensioenregeling. De WEV van zijn pensioenaanspraak bedraagt ten tijde van het staken € 75.000.
- Afgetrokken lijfrentepremies op basis van jaarruimteberekeningen: € 12.500
De stakingswinst die X maximaal mag omzetten in een lijfrente, is:
Stakingswinst: | € 450.000 (A) |
AF: stakingsaftrek: | € 3.630 -/- |
Stakingswinst na stakingsaftrek: | € 446.370 |
AF: 12% mkb-winstvrijstelling | € 53.564 -/- |
Stakingswinst na mkb-winstvrijstelling: | € 392.806 |
Maximale wettelijke aftrek vóór verminderingen | € 443.059 (2012) |
AF: oudedagsreserve per 1 januari 2012 | € 25.000 -/- |
AF: waarde pensioenregeling | € 75.000 -/- |
AF: afgetrokken lijfrentepremies | € 12.500 -/- |
Maximale stakingslijfrenteaftrek | € 330.559 (B) |
Maximale stakingslijfrente (laagste van A en B): € 330.559
Let op: de maximale aftrek kan nooit hoger zijn dan de stakingswinst!
X kan voor € 355.559 (oudedagsreserve + maximum omzetting stakingswinst in lijfrente) een lijfrente aankopen. Daarnaast komt € 57.194 (de stakingsaftrek + de mkb-winstvrijstelling) in mindering op de belastbare winst. Van de totale stakingswinst van € 450.000 is slechts € 37.247 direct belast met inkomstenbelasting.
In dit voorbeeld is de belastbare winst in het jaar van staken zo laag mogelijk gehouden. Dit is vanuit fiscaal en financieel oogpunt niet altijd het meest aantrekkelijk.
[Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden]
Heeft u vragen hierover, neem dan contact op met Administratiekantoor ZZP.
Leave a Reply
You must be logged in to post a comment.